De chaos in de wereld

Met zorg kijken we naar het wereldgebeuren. Waar je ook kijkt, of het nu Turkije, Syrië, de Oekraïne, de staat Ohio in Amerika is – overal zie je elementen van chaos ontstaan. De demonstranten wereldwijd, hoe gerechtvaardigd hun eisen ook zijn, ze scheppen chaos. De groep mensen die opkomen voor welke levensaspecten ook, en hoe rechtvaardig en juist ook, ze scheppen chaos.

De bewegingen voor het behoud van de boerenbedrijven of het tegenhouden van de vluchtelingenstroom, hoe tolerant of intolerant; hoe humaan of inhumaan ook, ze scheppen chaos. Daaraan al zie je dat chaos niets te maken heeft met goed of kwaad, met rechtvaardigheid of onrechtvaardigheid, maar met beweging.

Daar kun je angstig naar kijken, dan slaat de chaos die je in het gezicht staart, je lam. Dan word je heel erg bang, en dit verlamt je, vernauwt je bewustzijn. Angst schept ook machteloosheid, iets in de sfeer van: “Wat kan ik als eenling hier in godsnaam aan verhelpen? Niets toch?”

Maar je kunt er ook vanuit de diepte naar kijken: Waaruit ontstaat chaos? Wat is de diepere zin? Hoe kunnen we zodanig meebewegen dat uit chaos vruchten voortkomen in plaats van as en rook? Dat is een heel andere manier van kijken. Op deze manier wil ik in deze tekst naar de chaos in onze wereld kijken.

Toch is dan zelfs hier een waarschuwing op zijn plaats. Want waarom zou je in de diepte de oorzaken van chaos willen beschouwen? Is het omdat je toch nog zekerheden wilt zoeken? Is het omdat je toch nog het een en ander wilt voorkomen of redden? Niet doen, want dat is niet de bedoeling. Besmet het kijken in de diepte niet met je angst. Misbruik geestelijke inzichten niet om jezelf beter in te kunnen dekken.

Want het is juist het inbouwen van zekerheid en veiligheid, dat de eerste oorzaak van chaos is. Er loopt nu eenmaal een stroming door alles op deze wereld. Die stroming veroorzaakt dat nooit iets hetzelfde kan blijven. Die stroom verandert alles voortdurend. Wie daarentegen alles bouwt op zeker- en veiligstellen, die creëert een tegenstroming. Heb je wel eens een stroming en tegenstroming gezien? Dat wordt een draaikolkje. Dus door zekerheid en veiligheid na te jagen, schept een mens draaikolkjes. En als een mens of een groep mensen of een hele wereld in draaikolken zit, dan kan niemand meer in de juiste richting kijken, want je wordt allerlei richtingen in gesleurd, links, rechts, schuin. De rechte lijn valt daarmee weg uit je blikveld.

De mens zoekt zoveel zekerheid en kan maar niet begrijpen dat de enige zekerheid erin gelegen is dat hij in zijn bestaan een stukje is van die stroming. Dát is de zekerheid die de mens is (niet: heeft!): een vloeiende zekerheid, een beweeglijke zekerheid, de zekerheid een stukje stroming te zijn. Stelt de mens zich hiervoor open, dan krijgt hij oog voor de bewegingen en ziet hij de bewegingen niet meer als verlies van zekerheid maar als zijn aard. Dán ontspringt het diepere weten in de mens. In ons dus.

Wat zien we, als we het oog op “beweeglijk” zetten? Dat er gedurende de laatste eeuwen zeer veel mogelijkheden op de mens zijn “losgelaten”. De mensheid werd onnoemelijk veel kansen geboden. Maar het is zo snel gegaan dat de mens ook niet of nauwelijks herkennen kon wat er allemaal in die mogelijkheden aan kansen verborgen zat. Bovendien is er veel durf voor nodig om te zien wat er aan kansen ligt, als je een mogelijkheid aangeboden wordt. Voor spelen op zekerheid is niet zoveel durf nodig, maar voor openstaan voor nieuwe mogelijkheden en nieuwe bewegingen wel!

Door de basale neiging van de mens, ieder mens, om zekerheid te zoeken, krijgen we oogkleppen op. We zien de mogelijkheden niet eens. En áls we ze zien, dan maken we er nog maar selectief gebruik van: in zoverre dat ze onze zekerheden uitbreiden. Zo lang de mens niet weet dat juist beweeglijkheid zijn zekerheid is, zal hij de mogelijkheden niet herkennen in al hun potentie.

Tegelijkertijd: als er zoveel mogelijkheden neerdalen op de mensheid, voelt de mensheid daar natuurlijk wel iets van, ook al worden ze lang niet allemaal volledig aangegrepen. Dat aanvoelen dat er iets wacht, en er niets mee kunnen, dat maakt de mens hoogst onzeker. Het is dus eigenlijk tragisch om te zien dat zijn hang naar zekerheid en veiligheid de mens de mogelijkheid ontneemt om de mogelijkheden in het oog te zien, en dat dát juist hem weer onzeker maakt. Het zoeken naar vaste zekerheid (niet naar beweeglijke zekerheid) brengt grote onzekerheid voort!

Wat doet een mens dan? Hij zoekt anderen om die onzekerheid mee te delen en ze zo doende te verzachten of te sussen. Hij zoekt te midden van die anderen, leiders die zeggen dat ze zekerheid kunnen bieden. Wanneer dit soort leiders opstaan, zullen ze verheerlijkt en aanbeden worden. Maar de mensen die zich hiervan afhankelijk maken en die zich in groepen begeven om hun onrust te bezweren, die ondergaan allemaal een bewustzijnsvernauwing.

Groepsbewustzijn is – in dit stadium van de menselijke bewustzijns-geschiedenis – inleveren. Een stuk zelf-zijn gaat verloren in de groep. De meeste mensen zien dat niet eens van zichzelf.

Dat wat ze drijft naar een sterke leider en een groep is angst. Iets aan voelen komen en niet weten hoe ermee om te gaan, schept ontzettende angst. In angst grijpt een mens terug naar een oudere vorm, waar hij dan veel van verwacht (“toen was het toch goed?”) en die hij zelfs gaat verheerlijken. Wat nu gebeurt is zo’n terugval.

Groepsbewustzijn was ooit heel nodig voor de mens. Voordat de mens een sterke individualiteit ontwikkeld had, stond hij namelijk vrij wazig en weerloos in de wereld. Het samengaan met de anderen bracht kracht, bracht beweging, bracht het opbouwen van de mensenwereld tot stand. Binnen die groepen kwam elk afzonderlijke mens in beweging. Eerst samen, samen sterk. Maar op den duur komt er een beweging waarin een mens zich juist wil afsplitsen van de groep. Hij gaat eruit. Hij wil zelf bepalen wat hij doet, wat hij wil, wat hij kan. Door die afsplitsingprocedure en door het zelf willen doen ontwikkelt de mens een sterk ik. Het sterke ik is de tweede fase. Het groepsbewustzijn was de eerste fase.

In de tweede fase wordt een mens geconfronteerd met krachten die hij nu op zijn eentje in het oog moet zien. Op zich heel goed, want het sterke ik, de individualiteit groeit daar alleen maar van. Maar er zijn ook krachten die hem te boven gaan, hetzij omdat ze erg groot zijn, hetzij omdat hij zichzelf er nog niet voldoende of volledig voor heeft uitgerust. Doordat het “ik” voornamelijk op zekerheid en vastigheid heeft gespeeld in fase 2, en omdat hij die zekerheid en vastigheid dan ook nog maar alleen heeft gezocht in de buitenkant van de dingen en niet in de beweeglijke binnenkant, zijn de meeste mensen inderdaad ook te weinig toegerust om de mogelijkheden die zich voorgedaan hebben in het nabije verleden, werkelijk in het gezicht te zien en aan te vatten. De onzekerheid die daaruit voortvloeit, drijft hen terug naar de groep, liefst naar groepen met zekerheid biedende leiders. Maar dat is niet de fase die op individualiteit zou moeten volgen. Als derde fase wacht de mens de Verbinding.

Verbinding, wat is dat? Dat is vanuit het totale aanwezig zijn in het ik dat de kern van zijn wezen erkent, een verbinding maken met een ander wezen, andere wezens. Bij Verbinding levert het bewustzijn niets in. Integendeel: het gloeit juist intenser op, het wordt ruimer. Verbinding is het einddoel van individualiteit.

Maar helaas: de mens drijft nog steeds terug naar het oude groepsbewustzijn en naar afhankelijkheid van leiders. Ook dit veroorzaakt een kolking. Want de stroming loopt natuurlijkerwijs van individualiteit naar Verbinding, maar de mens beweegt zich in tegengestelde beweging: van individualiteit terug naar groepsbewustzijn. Dit is: stroom en tegenstroom. Die twee samen veroorzaken kolking, zoals we hierboven zagen. In die kolking kijkt een mens alle kanten op, het is allemaal één grote warreling.

Die warreling, gevoegd bij het bewustzijn dat een stuk van zichzelf heeft ingeleverd, en dat dus niet op volle kracht werkt, veroorzaken een chaos in de wereld zoals er nog niet vaak is geweest.

Het is een totale chaos. Niet zomaar een materiële warboel, maar een bewustzijns-warboel.

In die warboel rent de één deze richting in en een ander zweert bij een richting die er haaks op staat. Blindelings berennen de mensen hun eigen weggetjes, maar het weggetje van de ander dat er dwars op staat, verspert hem de weg. Hij botst tegen een ander die juist denkt dat hij die andere weg moet nemen. Het gevolg is verwarring binnen de verwarring.

De structuur van chaos is dus eerst stroming en tegenstroming, vervolgens kolking, dan daling van bewustzijnsniveau met verduistering van de blik, van daaruit ontstaan weggetjes en dwarsweggetjes die blindelings belopen worden en waarbij men elkaar met de beste bedoelingen de weg verspert, met als gevolg van dit totaal: steeds verder toenemend onbegrip.

Toch heeft chaos ook zijn positieve kant, al zien we die niet snel.

Want stel dat de mens zijn individualiteit verder ontwikkeld had op de manier waarop hij dat tot nu toe deed: een zeer onevenwichtige manier waarop hij de buitenkant-zaken uitvergrote en de binnenkant totaal niet zag, of wilde zien. Dan had de mens zichzelf en de planeet ongetwijfeld vernietigd. Juist omdát hij de binnenkant niet zag.

Het blindelings berennen van al die weggetjes waarbij men elkaar dan ook nog eens de weg verspert, het inleveren van een stuk bewustzijn, die twee zorgen ervoor dat de mens waarschijnlijk niet zal kunnen komen aan dat uiteindelijke en onomkeerbare punt van vernietiging.

Wat is de weg die nu belopen moet gaan worden?

Dat is de mens die zich volledig herkent. Mèt binnenkant en al.

Tot nu toe heeft de mens zijn individualiteit opgebouwd door zijn omgeving. Door de reacties op zijn omgeving. Door te reflecteren op zijn omgeving. Dat vulde zijn handelen, zijn denken, zijn voelen. Daardoor werd hij “ik”. Dat is helemaal niet erg, maar het moet nu ophouden. De mens moet de andere kant gaan leren verkennen en zich daarin ook leren stellen als individualiteit.

Maar het kost nogal wat moed om daarmee op te houden, als dit leven na leven, eeuw na eeuw, je beweging is geweest waarmee je jezelf stelde! Je moet dan als het ware levensbanden verbreken. Toch zijn er her en der mensen die deze moed aan het opbrengen zijn.

Wat gebeurt er dan?

Er komt een niemandsland waarin de beweging stil lijkt te staan. Want de manier waarop een mens zichzelf ontwikkelde, naar buiten toe, naar de buitenkant toe, dat was als een soort open paraplu, alle kanten uit. Die open paraplu trek je dicht, als je niet meer alle buitenkanten op wilt, als je daar niet meer op gericht bent. Mensen die dit doen, ervaren dan een soort leeg land, waarin de bewegingen tot stilstand lijken te zijn gekomen. En dat is ook zo: de bewegingen naar de buitenkant van dingen zijn tot stilstand gekomen.

Maar dat is heel eng. Dat jaagt mensen grote angst aan. En óp gaat weer die paraplu: is er toch nog niet iets in de wereld rondom mij heen dat mij uit dit stille lege land kan halen? Als een mens niet in deze tussenfase durft blijven – en hem kan niets verweten worden als hij dit niet durft -, dan grijpt hij terug op oude zekerheden. Op wat toch overal gezegd wordt. Op wat toch door iedereen van hen verwacht wordt. Op wat toch eigenlijk naar ieders mening gedaan moet worden. En daar verliezen ze zich dan weer in.

Eigenlijk moeten we er eerlijk voor uit komen dat een tijdlang vertoeven in het stille land van niet-meer-de-oude-bewegingen absoluut nodig is om door te stoten. Een verblijf hierin, met alle vertrouwen en overgave eraan, is even nodig als dat het voor een oogst nodig is dat er een stille kiemperiode aan vooraf gaat.

Misschien een goed moment om even bij stil te staan…..

En nu ben ik heel benieuwd

Wat is jouw grootste inzicht na het lezen van deze blog? Laat je het weten door je reactie in het reactieveld hieronder te plaatsen? Ik ben je altijd dankbaar als je de tijd neemt om mijn blog / doorgevingen te lezen en erop te reageren!

In liefdevolle verbondenheid – Yvonne ❤

Bekijk ook eens onze social media

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Winkelwagen
Scroll naar boven