VERLANGEN…
Deze tekst gaat over verlangen… van het verlangen iets te scheppen, iets in de wereld tot stand te brengen, een partner te hebben, dan wel het “verlangen” van een zaadje van een grassoort of een tomatenplant om te ontkiemen en tot volle wasdom te komen.
Of gaat het in essentie uiteindelijk allemaal om hetzelfde verlangen?
Laten we samen eens kijken of we hierop een antwoord kunnen vinden.
Verlangen is wanneer je hier welbeschouwd bij stil staat, een voortstuwende energie, een kracht die je voortduwt. Wanneer in jou het verlangen ontstaat om een partner te zoeken of op zoek te gaan naar een andere baan of ander huis, dan komt al jouw energie in beweging om dit te bewerkstelligen.
Kijk je goed dan zie je in alles het verlangen aanwezig als een sterk gevoelde wens, een drijfveer.
Wanneer we over verlangen praten – en in deze tekst met name het menselijk verlangen – wat bedoelen we daar dan eigenlijk mee?
Het begint al met het verlangen van de ziel, mens te willen zijn, het geboren willen worden in een menselijk lichaam. Wanneer een ziel zich wil uitdrukken in de stof en in de vorm, is dat op dat moment het verlangen.
Die voortstuwende energie zet krachten in beweging die wij met onze ogen en wetenschappelijke instrumenten wel kunnen waarnemen, maar waarvan het waarom ons nog ontgaat.
Met ontzag zien we het langzame ontwikkelen van twee enkele zich versmeltende cellen tot een menselijk lichaampje; het gaan reageren op een indalend bewustzijn. Het beweegt, we zien het bewegen. Waardoor het beweegt, dat is verlangen. In dit geval verlangen naar een leven.
Verlangen als primaire motor. Een kind richt zich op, het wil gaan kruipen, het wil gaan lopen. Wat is het dat het dit wil? Wat is het dat in ieder van ons de drang heeft neergelegd om volwassen te willen worden? Wat is het dat ieder van ons die drive heeft gegeven om de wereld in te gaan?
Een klein kind kun je bijna niet tegenhouden als het iets ziet waar het naar toe wil. Het grijpt naar van alles. Zoekt ook al van heel kleins af aan vriendjes en vriendinnetjes op, waarmee het in het begin nog enkel klanken en wat handbewegingen delen kan, en toch zoekt het die andere kindertjes op. Waarom maken we allemaal al van jongs af aan die bewegingen, zetten we die stappen?
Dan volgt in ons het verlangen naar een partner, een levensgezel(lin). Dat verlangen is zo diep dat het alles overhoop gooit: opvoeding, stand, toekomstverwachtingen. Het valt allemaal weg als het erom gaat die ene te kunnen aanraken, met die ene je leven te mogen delen. Het is een onnoembaar sterk verlangen, hoewel het wel versmoord kan worden onder conventies of andere zaken als carrièredrang.
Maar ook dat laatste is weer een heel diep verlangen: het verlangen om de maatschappij in te gaan, het verlangen om iets in de wereld tot stand te brengen, om iemand te zijn. Dat kan een verlangen op vele verschillende niveaus tegelijk zijn, op een heel stoffelijk niveau, maar ook op geestelijke en spirituele niveaus. Het is een verlangen dat te maken heeft met het vorm geven aan een leven. En met het ontmoeten van de wereld en wat de wereld jou te bieden heeft, en wat jij aan de wereld te bieden hebt. Onderschat dit verlangen niet, het zet ons aan tot bewegingen van de aller-wijdste soort.
Het koppelt ons ook aan de verlangens van de grote wereld zelf. Niet alleen het individu wordt vanaf zijn of haar allereerste schreeuw door verlangens voortgejaagd, ook het wereldgebeuren ontwikkelt zich op diezelfde motor.
Er leven in de wereld zoveel verlangens: het verlangen naar samengaan; het verlangen naar vrede; het verlangen naar gelijkwaardigheid; het diepe verlangen naar welvaart en welzijn voor iedereen. Dit zijn zaken waarop vele mensen tegelijk elkaar vinden, een soort uitnodigingen voor massa’s mensen tegelijk. Velen tegelijk voelen zich daardoor aangesproken, zetten er zich voor in. Hoewel de topics voor ieder mens ietwat anders klinken, overheerst van binnen het gezamenlijke van de uitnodiging, de collectiviteit van de behoefte. Op die gezamenlijke uitnodiging, de behoefte die door velen tegelijk herkend en gevoeld en nagestreefd wordt, stroomt de wereld verder in haar ontwikkeling. Verlangen, verlangen, verlangen. Was er geen verlangen, het zou allemaal stil staan.
Er zit iets ongelooflijk levends, levenwekkends in verlangen. Het zet in beweging. Het stuwt voort. Het duwt. Het laat ontbloeien. Het laat groeien. Het geeft de mogelijkheid tot veranderingen. Het bewerkt de evolutie, in persoonlijke zin en in het wereldkader.
Want de ene beweging roept de andere op. Het ene verlangen, als dit enigszins vervuld is, roept het andere verlangen op. Er zit een niet te stillen drang achter. Het kan even rustig lijken, maar dat is – vanuit het groot gezien – slechts schijn.
Er zijn intense verlangens die iedereen heeft, zoals het verlangen om aan te raken en aangeraakt te worden, in velerlei vormen. Daarnaast: het verlangen naar wezenlijk zichzelf kunnen zijn. Niet in iedereen komt dit laatstgenoemde verlangen even sterk op, maar als dit verlangen zich aankondigt en de andere verlangens gaat overheersen, dan komt het einde van een lange weg in zicht en daarmee het begin van een nieuwe. Dan komt inzicht in het verlangen zelf in zicht.
Dan gaat men zien dat achter elke daad een verlangen stond; en dat elk verlangen voortgeduwd heeft naar een bepaalde plaats, een bepaalde vervulling of invulling. Maar dat geen enkel verlangen ooit helemaal vervuld is geweest. Dat er altijd een kloof lag tussen de drang die voortstuwde en dat wat er uiteindelijk uit voortkwam. Het is soms heel bitter en pijnlijk om dit te moeten zien, te moeten onderkennen.
Dan wordt er ook iets anders aarzelend zichtbaar: dat de bron van de verlangens die ons stuwden naar de plek waar we nu staan, nooit in beeld kwam. Het waren geen bewuste keuzes. Het waren meer impulsen of vormen van aandrang waarmee we op een goede ochtend opstonden en die we dan trachtten in te vullen. Het waren uitnodigingen en herhalingen van uitnodigingen. Maar waarvandaan? En hadden we de keuze om erop te kunnen reageren of niet? Meestal kwam het niet eens in ons hoofd op dat we zo’n soort keuze hadden: we waren al op weg op de vleugels van dit verlangen, we hadden ons al in beweging gezet. Er zit iets in de vervoering van een verlangen dat ons onbewust maakt, dat ons niet helemaal goed laat zien wat er nog meer is dan wat we willen hebben of willen zijn, alleen.
Dat komt doordat we tot nu toe het verlangen hebben laten bepalen door onze buitenlaag. Onze buitenlaag is de laag van waaruit we gewend zijn om te leven. Het is de laag die we als onszelf zien, als ons eigen leven, onze eigen manier van doen en laten. Het is onze persoonlijkheid. Het is de laag die het accent heeft aan de stoffelijke kant. Daarom heeft onze buitenlaag allerlei trekjes die de stof heeft: het is een reagerende laag. Het is geen laag die het initiatief heeft op wat ons leven zal zijn, maar het is de laag die reageert, op de impulsen en maar al te vaak dan nog op de impulsen van buitenaf. Het is de laag die altijd de vervulling zoekt (en daardoor stap voor stap verdergaat). Het is ook een laag van herhalingen.
Stof heeft altijd de neiging om zich te bewegen in herhalende patronen. Dat is waardoor zij consolideert, waardoor zij iets vast kan zetten, waardoor zij kan bouwen. Daarom heeft je persoonlijkheid ook altijd zich steeds weer herhalende trekjes. Ze kunnen iets milder worden, of ze kunnen wat vervagen, maar bepaalde repeterende breuken zitten er altijd in.
Daarom is verlangen dat opgevangen wordt in de buitenlaag, nooit een bewuste keuze. Het is een reageren óp. Je wordt voortgedreven omdat die buitenlaag van je, die persoonlijkheid, ergens op reageert. Maar je persoonlijkheid is niet de impuls, is niet de bron, de oorzaak van je verlangen.
Daarom ook gaat verlangen vanuit de buitenlaag op den duur pijn doen: het vervult nooit helemaal, en het raakt anderzijds ook nooit uitgeput: steeds opnieuw zet het je in beweging, tot en met het moment waarop je je pijnlijk getroffen afvraagt: “Waarvoor eigenlijk?” Uit die pijn komt de volgende stap voort.
Bij die volgende stap wil je dit eigenlijk niet meer. Als je dit eigenlijk niet meer zo wilt, ontstaat er een opening. In die opening kan dieper weten omhoog borrelen. Dat diepere weten brengt je ertoe om bepaalde vaste, zich steeds weer opnieuw herhalende patronen, los te laten. Het zoekt naar wegen van bevrijding. Het wil vrij staan, open, ontvankelijk, niet meer alleen reagerend-óp. Het wil ook bewust zijn, en niet meer een vaag slaperig “slachtoffer” van wat er allemaal rondom je gebeurt en in je opborrelt. Het wil mede-zeggenschap.
Uit die bevrijding van de gewende en zich steeds herhalende patronen ontstaat er een open veld. Een veld waarin je veel minder dan anders opgejaagd wordt door je eigen-aardigheden. Maar ook een veld waarin je dus minder beweegt. Er ontstaat een soort stilte, een leegte. Velen ervaren dit als bevrijding en puurheid. Als eindelijk zijn in het Zijn. Daar kunnen ze dan heel lang in blijven vertoeven. Maar het is het Zijn niet. Het is een tussenfase, waarin het één niet meer geldt en het andere nog niet is.
Wat er vervolgens gebeurt, is dat de buitenlaag zich losser heeft gemaakt, dunner is geworden. Daardoor kunnen er (als je je dus niet vastklampt aan die rustige stilte van de dunnere buitenlaag) innerlijker lagen in beweging komen. Die komen van binnenuit op. Die duwen tegen de buitenlaag. De buitenlaag ervaart dit – omdat het de binnenlagen die nu opduwen niet kan zien – als pijn, als een verlangen waarvan je van tevoren al weet dat het toch niet vervult, omdat de gewone mogelijkheden tot vervulling niet meer de jouwe zijn. Het doet pijn, omdatde buitenlaag de binnenlaag in zijn bewegingen nog niet herkent.
Maar wat is dan die binnenlaag?
Wordt vervolgd….
Nu ben ik heel benieuwd
Wat is jouw grootste inzicht na het lezen van mijn blog? Laat je het weten door je reactie in het reactieveld hieronder te plaatsen? Ik ben je altijd dankbaar als je de tijd neemt om mijn blog te lezen en erop te reageren!
In liefdevolle verbondenheid – Yvonne